Station Naarden-Bussum 1925 in aanbouw als kopstation voor de
Gooische Stoomtram 1930.
Station Naarden-Bussum 1925 in aanbouw als kopstation voor de Gooische Stoomtram 1930.

Rondleiding door station Naarden-Bussum

Het prachtige stationsgebouw en de omgeving krijgen op dit moment een facelift. Wie in de historie van dit schitterende pand duikt, ziet opeens nog meer dan voorheen. Schrijvers Jaap van Hassel en Chris Leenders doen verslag van de bouw van het station.

Op 10 september 1926 werd het huidige station Naarden-Bussum geopend. Het was het derde station dat in Bussum gebouwd werd. Het plan voor het nieuwe hoofdgebouw dateert al uit 1916 en was van de hand van ir. H.G.J. Schelling, huisarchitect van de H.IJ.S.M.

Kopstation

Door de Eerste Wereldoorlog en daarna door de steeds maar stijgende kosten en de schaarste aan bouwmaterialen duurde het toch nog negen jaar voordat men in 1925 met de bouw van het station begon. Het nieuwe gebouw kreeg een geheel eigen opzet, omdat het enerzijds aan een doorgaande spoorlijn lag, maar tevens als een kopstation voor de Gooische Stoomtram moest gaan fungeren.

Schelling ontwierp zowel dienstgebouwen en stations (o.a. station Amstel uit 1938), als kiosken en seinhuisjes. Het nieuwe station is gebouwd in de moderne strakke stijl van Het Nieuwe Bouwen. De belangrijkste kenmerken van deze bouwrichting zijn: het is asymmetrisch, heeft verschillende hoogten, bevat diverse aanbouwen en heeft uitsluitend platte daken. Het valt inderdaad op dat het gebouw geen enkele gebogen lijn heeft. Ook de deuren en de vensters hebben uitsluitend rechte vormen.

Het gebouw is opgetrokken uit fraai genuanceerde Brabantse metselklinkers. De hal is uitgevoerd in doorschrijnende geglazuurde gele Friese klinkers en de vloer is voorzien van Zweedse tegels. Boven de ingang een groot vierkant venster, dat uit zesendertig vierkante ruitjes is samengesteld. In november 1947 werden deze ruitjes vervangen door nieuwe gebrandschilderde ruitjes met de stadswapens van alle plaatsen die de trein aandeed op het traject Amsterdam-Utrecht-Amersfoort.

Uurwerk

Opmerkelijk is dat het station aan de voorzijde geen uurwerk heeft. Dat heeft Schelling goedgemaakt door aan de buitenzijgevels van de hal twee fraaie uurwerken in Art Deco-stijl te plaatsen. Hoewel Schelling zeer geïmponeerd was door het werk van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, was het ontwerp voor het station toch een samengaan van diverse stijlen, variërend van de Amsterdamse School tot aan de Nieuwe Zakelijkheid.

Net als alle gebouwen van de hand van Schelling is het station van Naarden-Bussum eenvoudig van aard. Als men de hal van het station betrad, zag men een plaatskaartenbureau, een wachtgelegenheid, een bagageafdeling, een afgifteplaats voor rijwielen, een vestibule en een bloemenkiosk. Verder was hier het 1e perron te vinden. Links van de hal was vroeger ook de fietsenstalling gevestigd. Door de hal kon men via de tunnel naar het perroneiland met het 2e en 3e perron.

Een treinreiziger werd vroeger voor, tijdens en na de reis gecontroleerd op bezit van een geldig trein- of perronkaartje. Daarom waren de routes van vertrekkende en binnenkomende reizigers streng gescheiden. Pas begin jaren ‘70 verdween deze controle.

In 1999 heeft architect Christoffel Sarlemijn het gebouw aangepast aan de eisen van deze tijd. Hij kwam erachter dat in het verleden veel bovenramen waren dichtgemaakt en dat daardoor veel licht uit het gebouw was verdwenen. Hij heeft dat weer gecorrigeerd voor meer lichtinval, openheid en veiligheid. Bovendien hield hij ook bouwtechnisch rekening met de aanleg van de zo fel begeerde liften die er nu eindelijk zijn. Verder werd de fietsenstalling vernieuwd.

Perroneiland

Het uit 1917 daterende perroneiland is ontworpen door architect L.C. Westhof. Op het perron staan drie perrongebouwen, twee onder de overkapping en een daarbuiten. Het perron aan de kant van spoor 2 is recht maar langs spoor 3 heeft het een kromming. Dat zien we ook terug in de perronoverkapping, die zich over de volle breedte en zo’n beetje over de volle lengte van het perron uitstrekt.

Voor de constructie van het dak van het perron is gebruik gemaakt van zogenoemde vierendeelspanten. Deze vierendeelspanten waren een ontdekking van de Belg Vierendeel. Het is een zogenaamde vakwerkconstructie zonder diagonale verbindingen, die toen ook bij de bouw van bruggen werd gebruikt. Het is de enige perronoverkapping van dit type in ons land. De overkapping tussen de twee perrongebouwen is hoger dan de rest van het dak. Daardoor komt er meer licht naar binnen. De twee perrongebouwen staan ieder tegenover een dubbele trap. Het zuidelijke perrongebouw was het gebouw waar de stationschef resideerde en vanwaar ook de meeste seinhuizen en wissels werden bediend, totdat alles in 1959 geconcentreerd werd in het nieuwe gele seinhuis Post T bij de Comeniuslaan.

Via de zuidelijke trap dienden de aangekomen passagiers zich naar de hal (uitgang) te begeven. Dat hield dus in dat vertrekkende passagiers via de noordelijke trap naar de treinen moesten. Daarom bevonden alle passagiersfaciliteiten zich in het noordelijke perrongebouw. Daar waren de wachtkamers van de 1e, 2e en 3e klasse aanwezig, alsmede de toiletten en de pissoirs (voor de heren). Uniek voor Nederland was dat in de wachtkamers 1e en 2e klasse onderscheid werd gemaakt tussen ‘’Rookers en niet-Rookers’’. Achter het noordelijk perrongebouw staat nog een geelachtig gebouwtje, dat zo rond 1918 dienst deed als transformatiehuisje.




Station Naarden-Bussum 1926, kaartjescontrole stationshal.
Tekening station Naarden-Bussum 1926
Afbeelding